De Noorse koning Harald heeft woensdag voor de dertigste keer het Noorse parlementaire jaar geopend met het voorlezen van de Troonrede. Het was de 56e keer dat hij bij de plechtigheid aanwezig was, zo becijferde het Noorse hof en de 164e zitting van de Storting. Koning Harald werd bij het voorlezen geflankeerd door koningin Sonja en kroonprins Haakon.
Het voorlezen van de Troonrede en het bijwonen van de openingssessie van de Storting, behoren tot de belangrijkse grondwettelijke taken van de Noorse koning. Het ceremonieel is te vergelijken met dat op Prinsjesdag in Nederland, met dit verschil dat koning en koningin niet in een koets maar in een open vintage Amerikaanse wagen van paleis naar parlement worden gereden.
In Noorwegen wordt duidelijk getoond dat de Troonrede de boodschap is van de regering. Het is namelijk niet de grootmeester, zoals in Nederland, die de tekst aan de koning overhandigt maar de premier. Die loopt naar de troon en geeft hem de toespraak.
De Noorse koning heeft dus een vergelijkbare rol als koning Willem-Alexander op Prinsjesdag in de Ridderzaal. De Zweedse koning houdt bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar ook een toespraak, maar dat is zijn eigen (korte) boodschap aan de Riksdag. De Deense koningin Margrethe, die dinsdag in de Folketing – het parlement – verscheen, hoeft helemaal niet in actie te komen. Met haar familie luistert ze in de koninklijke loge naar de plannen van de regering.