AMSTERDAM – De uitreiking van de Prins Claus Prijs behoort voor de koninklijke familie tot de hoogtepunten van het jaar. Het fonds dat de prins in 1996 van de regering cadeau kreeg bij zijn 70e verjaardag ligt de Oranjes na aan het hart. Het Koninklijk Paleis opent dan ook elk jaar zijn deuren om kunstenaars uit de hele wereld te verwelkomen, en van de presentatie wordt steeds meer werk gemaakt.
Als het even kan houden alle leden van het gezin van prinses Beatrix en hun aanhang de dag van de prijsuitreiking vrij in hun agenda. Prinses Mabel bijvoorbeeld was woensdag ook uitgenodigd om in Oslo de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede bij te wonen, maar ze koos toch voor Amsterdam. Haar vorig jaar overleden echtgenoot prins Friso was erevoorzitter van het Prins Claus Fonds, een taak die hij samen met broer Constantijn uiterst serieus nam.
De prijsuitreiking in het paleis was woensdag niet alleen bijzonder vanwege een opvallende dansuitvoering – werk van de eveneens bekroonde Braziliaanse Lia Rodrígues – maar ook door de aanwezigheid van alle prijswinnaars. Niet alleen de winnaar van de ‘Grote Prijs’, de Colombiaanse kunstenaar en tekenaar Abel Rodríguez werd geëerd, maar ook de negen ‘kleinere’ laureaten, uit o.a. Vietnam, Guatemala, Peru en Indonesië. In voorgaande jaren was die groep winnaars niet in zijn geheel aanwezig, maar kregen de winnaars de prijs in hun eigen land uitgereikt door de Nederlandse ambassadeur.
Amazone
Abel Rodríguez, bijgenaamd ‘hij die de planten kent’, maakt gedetailleerde, prachtige tekeningen van de flora van het Amazoneregenwoud en helpt daarmee de biodiversiteit beschermen en bewaren. Naar eigen zeggen tekent hij alleen voor zijn plezier en zijn het anderen die zijn werk een waarde geven. Hij sprak zijn dankwoord uit in zijn eigen taal, de taal van het Nonuya-volk. “Ik heb dit nooit kunnen dromen, nooit kunnen voorstellen. Ik ben trots, gelukkig en blij”, zei hij volgens de aangeleverde vertaling van wat hij oorspronkelijk in het Spaans zou zeggen.
Rodríguez had vooraf opnamen gezien van een eerdere prijsuitreiking. Daarop had hij ook de koninklijke familie gezien. Het waren, zo stelde hij vast, ‘net gewone mensen’. Een constatering die prins Constantijn, zo zei hij lachend in zijn toespraak, maar als ‘compliment’ opvatte.