PALMA DE MALLORCA – Aanklagers in Spanje doen dinsdag uit de doeken wie ze waarvan beschuldigen in het corruptieschandaal rond een soort stichting die van 2003 tot 2006 werd geleid door een zwager van koning Felipe VI, Iñaki Urdangarin. Bij dit Instituut Nóos is veel overheidsgeld verdwenen.
Spaanse media meldden maandag dat van de veertien beklaagden Urdangarin er het slechtst vanaf lijkt te komen. Hij wordt in de zaak ‘Nóos’ vervolgd wegens negen strafbare feiten en zou volgens aanklagers negentien of twintig jaar gevangenisstraf kunnen krijgen.
Aanklager Pedro Horrach stelt dat de hertog van Palma de Mallorca (Urdangarin) onder meer fraude met publiek geld, valsheid in geschrifte, vriendjespolitiek, vervalsingen, oplichterij en geldwitwasserij heeft gepleegd. De rol van zijn vrouw, prinses Cristina de Borbón, is volgens Horrach vanuit strafrechtelijk oogpunt relatief gering, maar ze zou nog altijd 600.000 euro moeten terugbetalen.
De oprichter van Nóos en jarenlang de ‘partner in crime’ van de hertog, Diego Torres, zou een strafeis van 16 of 17 jaar cel tegemoet kunnen zien. Torres en zijn vrouw Ana María Tejeiro behoren tot de veertien beklaagden die volgens de aanklagers publiek geld dat naar de stichting vloeide, systematisch hebben weggesluisd. De aanklagers stellen ook dat Urdangarin ook na zijn vertrek bij ‘Nóos’ (2006) er nog lang de dienst uitmaakte.