Koning Willem-Alexander heeft vrijdagmiddag ruim de tijd genomen om in eigen huis de nieuwe zomertentoonstelling te bekijken. In het Koninklijk Paleis in Amsterdam staat nu eens de unieke vloerversiering van de Burgerzaal centraal in de expositie ‘Het Universum van Amsterdam’.
De hoofdstad was in vroeger eeuwen ook al niet erg bescheiden en toen er op de Dam een nieuw stadhuis werd gebouwd, moest dat de macht en kracht van de handelsstad uitstralen. Daarbij paste de afbeelding van het oostelijk en westelijk halfrond en de noordelijke sterrenhemel op de vloer, om aan te geven dat Amsterdam het centrum van de wereld was.
Over de drie enorme marmeren kaarten – doorsnee 624 cm – en hun geschiedenis is veel te vertellen. Zo zijn de wereldkaarten niet meer die uit 1655 maar latere vervangers, omdat de oorspronkelijke kaarten door het vele geloop in de zaal waren afgesleten. De sterrenhemel is nog wel origineel, en hoeveel slijtage er is geweest, is duidelijk te zien. Maar met lichtprojecties wordt de bezoeker teruggebracht naar de zestiende eeuw, en de oorspronkelijke gedachte achter de afbeelding.
Centrum
In die tijd was Amsterdam het centrum van de cartografie en in de paleisgangen en de kamers rond de Burgerzaal wordt daar meer van getoond. De koning liet het zich allemaal uitvoerig uitleggen en tonen. Ook het pronkstuk van de tentoonstelling, de Atlas van de Grote Keurvorst van Brandenburg. Die is rond 1663 in opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen vermoedelijk gemaakt door Joan Blaeu, als cadeau voor keurvorst Friedrich Wilhelm.
Die Atlas, die door de Staatsbibliotheek in Berlijn is uitgeleend, pak je niet zomaar even op. Het boek meet geopend 170 bij 220 centimeter en weegt 125 kilo. Hij was ook niet echt bedoeld om door te bladeren, maar om mee te pronken. En dat doet het gevaarte 356 jaar na de vervaardiging nog steeds.
De zomertentoonstelling ‘Het Universum van Amsterdam. Schatten uit de Gouden Eeuw van de cartografie’ is geopend tot en met 22 september.