Koningin Máxima trekt er dinsdag, op de eerste dag van haar VN-werkbezoek aan Ethiopië, vrijwel meteen op uit. Ze stapt, na twee vergaderingen in de ochtend en een verplicht rondje koffie, in de auto voor de lange rit naar Debre Berhan, op 120 kilometer van de hoofdstad Addis Abeba.
Ze gaat daar kijken en praten bij bierbrouwer Habesha, dat deels eigendom is van het Brabantse Royal Swinkels Family Brewers, en deels van achtduizend Ethiopiërs die het in 2010 hebben opgezet. Bij Habesha – dat in de naam van het volk betekent – bestaat een systeem waarbij gerstboeren een deel van hun zaaigoed en de kunstmest voorgefinancierd krijgen.
In ruil daarvoor geven ze een deel van de oogst aan de bierbrouwer, die tevens een afnamegarantie geeft. De toegenomen zekerheid heeft al tot grotere opbrengsten geleid voor de boeren. Habesha zorgt echter ook voor de omliggende boerengemeenschappen en ook daar krijgt de koningin voorbeelden te zien.
Portemonnee
Vervolgens gaat Máxima aan het einde van de middag terug naar Addis Abeba, waar een bezoek aan het door Nederlanders opgezette bedrijf BelCash op het programma staat. BelCash biedt digitale diensten aan, waaronder ook financiële zoals een mobiele portemonnee.
Maar ook is er HelloSolar dat onder meer zonnepanelen aanbiedt in afgelegen gebieden: 57 procent van Ethiopië heeft geen toegang tot elektriciteit. Die toegang is echter wel een voorwaarde om mobiel bankieren van de grond te krijgen en daarmee toegang tot financiële diensten.