De afgelopen elf jaar is de steun voor de monarchie onder jongeren fors gedaald, blijkt uit de jaarlijkse Koningsdagenquête door onderzoeksbureau Ipsos in opdracht van de NOS, die nu is gepubliceerd. In 2007 was 70 procent van de ondervraagden tussen de 18 en 34 jaar nog te spreken over het koningshuis, vorig jaar daalde dat aantal naar 55 procent.
Een oorzaak van de dalende populariteit onder jongeren heeft mogelijk te maken met de hoogte van de uitkeringen aan Willem-Alexander, Máxima en Beatrix. Dat het koningshuis te duur zou zijn, noemen jongeren het vaakst als argument als ze ernaar gevraagd wordt. Daarnaast vinden ze de monarchie “oubollig” en “ouderwets”. Ook op de erfopvolging is kritiek. “Iets wat generatie op generatie wordt overgebracht zegt niets over hoe bekwaam iemand is, ik heb dan liever een republiek, waarbij het volk iemand mag kiezen.”
Voor de enquête zijn drie leeftijdscategorieën ondervraagd. De jongeren (18-34 jaar), de categorie in de leeftijd 35-54 jaar en 55 plussers. In de eerste groep daalt de populariteit van de monarchie de afgelopen jaren gestaag. Het contrast met de steun onder ouderen voor de monarchie als staatsvorm wordt steeds groter. Daar blijft het cijfer stabiel rond de 75 tot 80% schommelen.
Ipsos achterhaalt jaarlijks in opdracht van de NOS wat de publieke opinie in Nederland is ten aanzien van het koningshuis, de monarchie, het optreden van de koning(in) en of er veranderingen in deze opinie waarneembaar zijn door de tijd heen. De 500 respondenten, die variëren in leeftijd, geslacht, opleiding en regio, worden online onder meer gevraagd of ze liever een koning of president als staatshoofd hebben. Ipsos levert dan een gemiddelde. Het veldwerk vindt ieder jaar medio april plaats.