Koningin Máxima is na bijna tien jaar als speciaal pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties nog niet klaar om de vlag uit te steken. Er is heel veel bereikt, zo weet ze: 1,3 miljard mensen hebben in die tijd toegang gekregen tot financiële diensten. Maar een derde van de wereldbevolking heeft die toegang nog niet. Het werk is dus allesbehalve klaar.
“Ik probeer te helpen, het gaat uiteindelijk om de mensen. Om hun leven beter te krijgen”, zei de koningin dinsdag in Amman, aan het einde van een tweedaags werkbezoek voor de VN aan Jordanië. Daar maakte de gouverneur van de Centrale Bank duidelijk ook in de toekomst op Máxima te rekenen. “Haar adviezen geven ons momentum om verder te gaan en we zullen haar om hulp blijven vragen”, zei bankpresident Ziad Fariz.
Máxima zei dat ze “heel veel energie” putte uit haar internationale werk. Dat straalde ze ondanks twee vermoeiende en zoals gebruikelijk volgestopte dagen ook uit. Maar zo voegde ze er beslist aan toe, het werk voor de VN vormde slechts een klein deel van haar activiteiten. De meeste tijd was ze toch vooral in de weer als koningin van Nederland.
Dubbelrol
Dat haar dubbelrol in het buitenland wel eens voor verwarring zorgde omdat Máxima-de-koningin moeilijk was te onderscheiden van Máxima-van-de-VN, nam ze voor lief. Het ging er uiteindelijk om te zorgen dat iedereen in de wereld toegang heeft tot zaken als verzekeren, sparen, geld sturen en ontvangen, en leningen sluiten.
In Jordanië is dat voor slechts 33 procent van de inwoners het geval. De plannen om het te verbeteren zijn er, zo stelde ze vast, maar nu ging het om snelheid bij het uitvoeren ervan. Daarvan had ze zowel de bankbaas als ministers en koning Abdullah kunnen overtuigen. “Ook hij wil dat er snel vooruitgang wordt gemaakt.”
