Voorstanders van de Iraanse keizerlijke familie hebben woensdag op sociale media met tal van berichten, foto’s en filmpjes stil gestaan bij de val van de monarchie precies veertig jaar geleden. Op 16 januari 1979 verliet sjah Mohammed Reza Pahlavi met zijn vrouw keizerin Farah het land, officieel voor een vakantie maar in werkelijkheid op aandringen van de pas aangestelde premier Shaktour Bakhtiar.
Het keizerspaar vloog naar Aswan in Egypte. Hun drie jongste kinderen waren een dag eerder al vertrokken naar de Verenigde Staten. Binnen enkele uren nadat bekend werd dat de door velen gehate sjah weg was, gingen tienduizenden Iraniërs de straat op en werden overal standbeelden, portretten van de sjah en andere symbolen van de monarchie vernield.
Bakhtiar hoopte met het vertrek van de sjah de gemoederen in Iran tot bedaren te brengen. Dat was een miscalculatie van zijn kant. Hij nam aanvankelijk bemoedigende maatregelen door de geheime politie Savak te ontbinden en politieke gevangenen vrij te laten. De religieuze leider ayatollah Ruhollah Khomeini, die in ballingschap woonde in Frankrijk, werd uitgenodigd terug te komen naar Iran. Hij arriveerde op 1 februari en werd verwelkomd door vijf miljoen mensen.
Islamitische republiek
De premier dacht met Khomeini een regering van nationale eenheid te kunnen vormen, maar werd zelf binnen tien dagen aan de kant gezet door de ayatollah. In een referendum in maart van dat jaar stemde 98 procent van de bevolking voor het uitroepen van een islamitische republiek.
De sjah, die ernstig ziek was maar dat altijd had verzwegen, was nergens meer welkom en zwierf over de wereld om uiteindelijk op 27 juli 1980 in Caïro te overlijden. Zijn weduwe Farah (80) is nog altijd strijdbaar en heeft de moed niet opgegeven nog een keer te kunnen terugkeren naar haar vaderland. Haar zoon Reza Pahlavi vecht al jaren voor een democratisch Iran, dat niet per se weer een monarchie moet worden.