Sultan Abdullah heeft dinsdagmorgen de eed afgelegd als nieuwe heerser van de Maleisische deelstaat Pahang. In een traditionele plechtigheid in de Balairung Seri (troonzaal) van Istana Abu Bakar in de koninklijke hoofdstad Pekan beloofde hij het motto van zijn afgetreden vader te zullen handhaven. Dat was ‘de vorst en zijn volk zijn onscheidbaar’.
Abdullah (59) maakt kans op 31 januari opnieuw het middelpunt te zijn van een installatieplechtigheid, maar dan als koning van Maleisië. Pahang is namelijk aan de beurt om de volgende Yang di-Pertuan Agong te leveren. Er is een vacature door het plotselinge terugtreden eerder deze maand van koning Muhammad V. Dat was ook de reden om Abdullah snel sultan te maken.
Maleisië kent een onder negen vorsten van evenzovele deelstaten om de vijf jaar roulerend koningschap. Bij de aanwijzing wordt een rotatieschema gebruikt, maar er is geen verplichting deze te volgen. Als een in aanmerking komende sultan niet fit is of niet wil, kunnen de negen iemand anders kiezen, waarbij ze dan weer wel de lijstvolgorde aanhouden.
Zieke vader
De koninklijke familie van Pahang was bang te worden overgeslagen omdat Abdullah’s vader, sultan Ahmad Shah (88), fysiek niet in staat was het koningschap op zich te nemen. In zijn eigen deelstaat had hij in 2016 de dagelijkse leiding al overgedragen aan de kroonprins. Afgelopen week werd het besluit genomen om Abdullah tot sultan te maken, zodat hij bij de komende bijeenkomst van de negen vorsten ook tot koning kan worden gekozen.
In zijn troonrede dinsdag liep de nieuwe sultan daar niet op vooruit. Hij vroeg de bevolking van Pahang te bidden voor het welzijn van zijn zieke vader en dankte zijn echtgenote Azizah voor haar steun. Ook riep de bestuurders van de deelstaat op hun taken in alle eerlijkheid en verantwoordelijkheid uit te voeren.