VADUZ – De vorstenfamilie van Liechtenstein bereidt zich voor op de viering van de nationale feestdag vrijdag. Het is dan tevens tien jaar geleden dat erfprins Alois het landsbestuur overnam van zijn vader Hans Adam II.
De ‘Landesfürst’ dacht er destijds over na om op zijn 65e af te treden en naast de dagelijkse gang van zaken, ook de troon over te dragen aan Alois. “Misschien volg ik wel het voorbeeld van de Nederlandse koningin Juliana”, zei hij op de nationale feestdag in 2004. Hans Adam is inmiddels 69 jaar en heeft nog geen afscheid aangekondigd. Dat betekent dat op de nationale feestdag – formeel de viering van de verjaardag van de vorst – Hans Adam de ereplaats toekomt bij de traditionele katholieke mis op een weide naast het vorstelijk kasteel. De hele familie is daarbij present en na afloop wordt de hele bevolking uitgenodigd om in de slottuin een biertje te drinken.
Maar het is sinds 2004 erfprins Alois (46) die de toespraak houdt, waarin de uitdagingen voor Liechtenstein worden aangestipt. Het piepkleine vorstendom aan de Rijn, ingeklemd tussen Zwitserland en Oostenrijk, maakt namelijk moeilijke tijden door. Het kon rijk worden als parkeerplaats voor honderden brievenbussen van buitenlandse bedrijven en als deposito-mogelijkheid voor evenzoveel al dan niet belastingontwijkende firma’s en particulieren.
Liechtenstein gold als belastingparadijs. De banken, waarin het vorstenhuis een groot aandeel heeft, stelden geen lastige vragen. Dat is onder druk van onder meer Duitsland veranderd en Liechtenstein heeft zijn aantrekkelijkheid en daarmee een deel van zijn inkomsten verloren. Alois staat voor de opgave de staatshuishouding in balans te houden zonder dat er ingeleverd moet worden op diensten.