LONDEN – Camilla, hertogin van Cornwall, heeft maandagavond de laatste uit de reeks van tientallen herdenkingen bijgewoond waarin stil werd gestaan bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. Zij was in Westminster Abbey in Londen bij de wake die samenviel met het tijdstip van de Britse oorlogsverklaring aan Duitsland op 4 augustus 1914 – om middernacht Duitse tijd, elf uur ’s avonds in Londen.
Alle 2000 aanwezigen in de Abbey hadden bij aanvang een brandende kaars gekregen die sectiegewijs tijdens de een uur durende dienst werden gedoofd totdat er om 11 uur nog maar één kaars brandde, bij het Graf van de Onbekende Soldaat bij de ingang van Westminster Abbey. Eerder waren al in heel Groot-Brittannië de lichten van openbare gebouwen, zoals het parlement en Buckingham Palace, gedoofd ter herinnering aan het begin van de bloedige ‘Grote Oorlog’.
Het doven van de lichten in het hele land was ook een verwijzing naar een uitspraak van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Sir Edward Grey, die daags voor de oorlogsverklaring verklaarde dat ‘de lampen over heel Europa uitgingen’.
Begraafplaats
Eerder op de avond waren prins William, zijn vrouw Catherine en prins Harry samen met het Belgische koningspaar en de presidenten van Duitsland en Ierland op de militaire erebegraafplaats St Symphorien bij Bergen (Mons) voor een herdenking. Op deze begraafplaats hebben zowel de eerste als de laatste in de Eerste Wereldoorlog gesneuvelde Britse militair zijn laatste rustplaats. Ook Duitse soldaten liggen er begraven, passend bij het Duitse gezegde ‘bij leven vijanden, in de dood verenigd.’
Koning Filip en prins William plaatsten bloemen bij het monument op de begraafplaats, koningin Mathilde, Catherine en prins Harry zetten een olielamp neer.
