De Bulgaarse koning en oud-premier Simeon heeft maandag via sociale media bedankt voor de enorme en onverwachte stroom reacties en steunbetuigingen die hij de afgelopen week heeft ontvangen nadat de rechtbank van Sofia besliste dat hij het Vrana paleis moet ontruimen. “Ik heb honderden telefoontjes en e-mails gekregen, zowel uit Bulgarije als uit het buitenland. Ik heb vele berichten en reacties gelezen op sociale media over deze uitspraak. Dit heeft mij en de koningin diep geraakt”, aldus Simeon II.
Het Vrana paleis aan de rand van Sofia is gebouwd op een stuk grond dat Simeon’s grootvader koning Ferdinand begin vorige eeuw kocht uit eigen middelen. Toen het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de macht gekomen communistische bewind een einde maakte aan de monarchie, werden in 1946 alle koninklijke bezittingen verbeurd verklaard. Na de val van het communisme in 1989 kwam er een restitutiewet, waarvan ook Simeon en zijn zus Marie Louise gebruik maakten.
Dat betekende dat ze het Vrana paleis – niet veel groter dan een villa – en een aantal andere gebouwen en stukken land terugkregen. Niet lang daarna werd Simeon, die in 1943 als zesjarige koning werd na de dood van zijn vader koning Boris III en die nooit afstand heeft gedaan van de troon, premier van Bulgarije (2001-2005). Dat was het sein voor de oppositie om de teruggave van het koninklijk onroerend goed ter discussie te stellen en zelfs terug te draaien toen er een nieuwe regering aan de macht kwam.
Ballingschap
Met de uitspraak van de rechtbank in Sofia, waartegen beroep is aangetekend, verliest de koning Simeon (81) zijn laatste teruggegeven bezit in Bulgarije. Hij heeft dan ook aangekondigd zich 75 jaar na zijn troonsbestijging gedwongen te zien opnieuw in ballingschap te gaan. “Als mijn eigendomsrechten niet worden beschermd, hoe is het dan voor elke andere Bulgaar en voor buitenlandse investeerders?”, aldus Simeon.
Het gaat hem, zo stelde hij, in de eerste plaats om het principe. “Ik heb 55 jaar zonder deze bezittingen geleefd, maar het kan niet zo zijn dat om politieke redenen privébezit wordt afgepakt”, zei hij.
