BRUSSEL – De Belgische prinses Astrid raakt wellicht haar rol als handelsreiziger in koninklijke dienst weer kwijt. De Vlaamse regering wil het aantal economische zendingen terugbrengen van vier naar twee per jaar. Daarnaast is de Vlaams-nationalistische partij N-VA, die behalve in Vlaanderen ook in de federale regering kan komen, op voorhand al tegen een rol voor de zus van koning Filip.
Anders dan in Nederland worden in België de economische missies geleid door een lid van de koninklijke familie. Tot de troonswisseling van vorig jaar was dat 20 jaar lang prins Filip en voor hem bijna 35 jaar zijn vader Albert. Het Agentschap voor Buitenlandse Handel organiseerde doorgaans vier van zulke reizen per jaar, waarbij Filip de rol vervulde van koninklijke deurenopener.
Toen Filip plotseling koning werd, stonden er al twee reizen gepland voor het najaar van 2013. Premier Elio Di Rupo besloot toen in nauw overleg met de nieuwe koning om diens zus prinses Astrid te vragen om de al voorbereide missies naar onder meer Angola en India te leiden. Astrid deed het goed genoeg om haar ook dit jaar weer te vragen. In het najaar gaat ze onder meer naar Peru en Maleisië.
Van de kant van de N-VA kwam echter protest. De partij van Bart DeWever zat niet te wachten op weer een koninklijk uithangbord. Daarnaast was de partij voorstander van zelfstandige Vlaamse handelsmissies, zonder de ballast van het andere landsdeel, Wallonië. De kosten van vier aangeklede missies waren ook punt van discussie. Nu de N-VA als regeringspartij – te beginnen in Vlaanderen – zelf aan de knoppen kan zitten, staat in het regeerakkoord alvast dat het aantal missies moet worden teruggebracht. Als dat op federaal niveau ook gebeurt, dan is Astrid weer een taak armer.
