Pieter van Vollenhoven pleit voor behoud voor Nederland van het historische watervliegtuig Catalina. Het bestuur van de Stichting Vrienden van de Catalina heeft eind vorige maand bekendgemaakt het toestel te moeten verkopen. “Mede omdat zowel bij de overheid als het bedrijfsleven weinig tot geen draagvlak is om het iconische vliegtuig te behouden voor Nederland”, aldus een schrijven aan de donateurs.
Van Vollenhoven kwam dinsdag via sociale media in actie voor behoud van het bijzondere vliegtuig. “Deze Catalina die een belangrijke rol heeft gespeeld in Nederlands-Indië is het laatste toestel in ons land. Vrijwilligers zijn tot op heden in staat geweest dit vliegtuig – zelfs vliegend – in ere te houden. Nu dreigt het verkocht te worden. Dit ‘monument’ moeten wij zien te behouden.”
Eerder had ook erfgoedvereniging Bond Heemschut zich uitgesproken voor een reddingsplan. “Het is onbegrijpelijk dat in een tijd waarin zoveel geld door het Rijk beschikbaar wordt gesteld voor erfgoed, de eigenaar zich gedwongen ziet het vliegtuig te verkopen aan een buitenlands museum waardoor export naar de Verenigde Staten dreigt”, aldus Christian Pfeiffer van Heemschut.
“De marine zette tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië bijna tachtig Catalina’s in. Dit type vliegtuig hoort wat ons betreft onmiskenbaar tot ons Nederlands erfgoed. Deze Catalina vloog tijdens de oorlog vanuit Groot-Brittannië en bracht drie Duitse onderzeeboten tot zinken in de Atlantische Oceaan. Een ongekend succes”, aldus de Bond Heemschut. Minister Ingrid van Engelshoven (OCW) werd opgeroepen te proberen de Catalina in Nederland te houden. Het vliegtuig met registratie PH-PBY PBY5A staat momenteel met technische mankementen aan de grond en zal daarom woensdag niet vliegen boven Den Haag, bij de jaarlijkse herdenking van de Japanse capitulatie in de Tweede Wereldoorlog.
